Weefsels, organen en orgaansystemen zijn kenmerkend voor de meercellige ‘hogere’ organismen, de zaadplanten en gewervelde dieren die centraal staan in de schoolbiologie en ook in het beroepsonderwijs. Vanuit ieder van de drie typen contexten (leefwereld, beroep en onderzoek) is het mogelijk om aan de begrippen te werken die in dit domein aan de orde komen. Vaak zal daarbij, net als in het voortgezet onderwijs, voor gezondheid en voedselproductie als contextgebieden gekozen worden

Subdomein 3.1: Anatomie en fysiologie van planten

Leerdoelen

3.1.1 De student kan benoemen wat de algemene structuur van zaadplanten is, waarbij er een driedeling wordt gemaakt tussen wortel, stengel en blad, maar ook voorbeelden van planten, bijvoorbeeld waterplanten, beschrijven die niet aan deze algemene structuur voldoen.

3.1.2 De student kan omschrijven hoe planten zich voortplanten en toelichten hoe oude en nieuwe biotechnologie ingezet wordt bij de veredeling en voortplanting van productiegewassen.

3.1.3 De student kan beschrijven hoe zaadplanten zich vanuit zaad ontwikkelen en uitgroeien tot volwassen, vaak vruchten dragende planten.

3.1.4 De student kan uitleggen hoe planten aan de energie en stoffen komen die zij voor hun stofwisseling nodig hebben en hoe ze onder andere gassen, nutriënten, water en de producten van hun stofwisseling transporteren.

3.1.5 De student kan de relatie beschrijven tussen plant en bodem (substraat), in het bijzonder voor wat betreft de aanvoer van nutriënten, water en de buffercapaciteit van de bodem.

3.1.6 De student kan inzicht tonen in hoe de embryonale ontwikkeling en morfogenese van zaadplanten in zijn werk gaat.

3.1.7 De student kan omschrijven en toelichten hoe planten reageren op interne en externe prikkels, welke rol plantenhormonen daarbij spelen (zie ook subdomein 2.3), en wat het belang daarvan is voor groei en ontwikkeling.

3.1.8 De student kan benoemen hoe de verdediging tegen vijanden aanleiding geeft tot anatomische aanpassingen en de aanmaak van een breed spectrum aan stoffen uit de secundaire plantenstofwisseling.

 

Video's en oefenvragen

 

In deze video de leerdoelen 3.1.1, 3.1.4 en 3.1.5 aan bod:

In deze interactieve opgave kun je oefenen met de verschillende planten onderdelen:

 

In deze video de leerdoelen 3.1.2, 3.1.3 en 3.1.6 aan bod:

In deze animatie komt het leerdoel 3.1.6 aan bod:


In deze video de leerdoelen 3.1.7 en 3.1.8 aan bod:

Hier kan je oefenen met plantenhormonen:

Subdomein 3.2: Anatomie en fysiologie van dieren

Leerdoelen

3.2.1 De student kan met behulp van het begrip homeostase beschrijven hoe ieder organisme streeft naar een fysiologische ‘steady state’ en wat de consequenties zijn van verstoring daarvan.

3.2.2 De student kan beredeneren hoe en met welke organen c.q. orgaanstelsels de volgende taken door dieren worden uitgevoerd:
• tot stand brengen en handhaven van lichaamshouding, bewegen
en in conditie blijven en de rol van skelet en spierstelsel daarbij;
• instandhouding door het opnemen van energie en bouwstoffen,
door transport en door de uitscheiding en de rol van
ademhalingsstelsel, circulatiestelsel, verteringsstelsel en
uitscheidingsstelsel daarbij;
• reageren op prikkels en de rol van het zintuigstelsel, zenuwstelsel en
hormoonstelsel daarbij;
• bescherming tegen verwondingen en ziektes en de rol van het
immuunsysteem daarbij;
• reproductie (zowel seksuele als aseksuele) en de rol van het
voortplantingsstelsel en hormoonstelsel daarbij.

 

Video's en oefenvragen

In deze video komen de leerdoelen 3.2.1 en 3.2.2 aan bod: